Achter me hoor ik ineens een stem zeggen: “Dat was even schrikken bij de kassa. Is het jou ook op gevallen dat de boodschappen de laatste tijd zoveel duurder zijn geworden.”
Column door juffrouw Raadgever
Het is al even geleden dat we elkaar gesproken hebben. Uit de verte hebben we wel naar elkaar gezwaaid maar even praten kwam er niet van. Nu komt ze net haar auto uit als ik weg wil gaan. Omdat ik op dit moment geen haast heb loop ik even naar haar toe. Terwijl we staan te praten vraagt ze of ik niet even mee naar boven wil lopen. “Kun je gelijk even een tas meenemen”. Dat scheelt haar een loopje. Natuurlijk waarom ook niet. In de lift blijft het stil. We staan allebei naar het draaiende figuurtje te kijken. Bij haar voordeur zet ik de tas neer. Maar dan blijkt dat ik niet zomaar weg kan. “Kom nog even binnen,” ze gebiedt me het nog net niet. Tegenspraak geen optie dus. Nu vooruit dan maar, mijn plan kan ik ook wel naar vanmiddag verschuiven.
Ik help haar met het opruimen van de boodschappen. Op het aanrecht stalt ze haar aankopen uit. Er komt een diepe zucht. Soms weet ik niet hoe ik het allemaal rond moet krijgen. Mijn portemonnee is soms zo gauw leeg. De laatste tijd ga ik nog maar één keer in de week naar de winkel. Met een uitgekiend lijstje. We zijn met zijn vieren en de jongens eten tegenwoordig voor twee. Ze laat me zien dat aan de zijkant van de koelkast een menulijst hangt. Keurig alle dagen van de week met daar onder de maaltijden die ze bedacht heeft te zullen eten. Naar aanleiding daarvan maakt ze dan de boodschappen lijst. Zo kan ze ook gerechten combineren. Heel handig. Ook is ze er al achter gekomen dat naar verschillende winkels te gaan, om de reclames te halen, best wel loont. Maar het blijft een uitdaging. Of ik wel weet dat wanneer de maaltijden niet voldoen, er ongelofelijk veel tussendoor gesnaaid wordt. Nou dat gegeven was bij mij al wel bekend. En dat het geen fruit is weet ik ook al. Dan denk je dat je wat lekkers in de grote trommel hebt voor de zaterdagavond en dan gebeurt het niet zelden dat je dan misgrijpt. En nee, niemand heeft enig idee wie dat gedaan kan hebben. Ze vertelt me dat ze nog altijd stiekem de prijzen vergelijkt met de gulden tijd. Als je bedenkt dat één euro hetzelfde zou zijn als tweegulden en twintig cent dan betaal je nu voor een heel brood dus nu gemiddeld bijna viergulden. Het goedkoopste brood is nu € 0,99 een van de duurdere broden kost € 2,79. Nou reken maar uit. Idioot toch eigenlijk. Wist je dat toen in 2002 toen de Euro kwam € 100,00 goed was voor f 220,37 en dat nu door de inflatie € 100,00 nog maar € 85,45 is Dat betekent dat één euro vandaag nog maar f 1,88 waard is. Zo zie je maar hoe de waarde van ons geld als een gek zakt en alles dus superduur wordt. Echt precies is deze berekening niet, maar het gaat om het idee.”
Oké ik snap het. Maar om nu toch elke keer alles zo’n beetje te gaan omrekenen naar de gulden om het gevoel van duur of goedkoop te achterhalen vind ik toch wel een beetje te veel gevraagd. Thuis gekomen leg ik het probleem op tafel. Tegenover mij zie ik het verbaasde gezicht van mijn maatje. “Nou en?” vraagt hij. Als ik hem uitleg dat ook ik de boodschappen wel heel erg de spuigaten uit vindt lopen wat de prijs betreft heeft hij maar één antwoord. Natuurlijk een weder vraag. En eentje waar ik ook nog steeds intrap. Hij vraagt doodleuk: “Waarom denk je dat ik altijd met een gebogen hoofd door de supermarkt loop?” En serieus ik ga erover na zitten denken. “Misschien omdat je weer last van je nek hebt?” Het blijft echt wel een paar minuten stil. Zo flauw. Dan zegt hij: ”Nee suffie, dan had je het wel geweten. Nee, dat doe ik omdat de goedkope artikelen altijd onder in de schappen liggen. Eerlijk! Veel artikelen worden in een speciale verpakking verpakt omdat het de overschotten zijn van een productieproces. Ze zijn net zo goed als de merkartikelen. Alleen waren de nodige merk verpakkingen gevuld en het restant wordt dan met een goedkopere verpakking weggewerkt. Niets mis mee.” Ik kijk hem aan. Neemt hij me nu in de maling of meent hij het echt. Hij kijkt me met een ernstig gezicht aan. Geen lachje te bekennen. Zo van: je hoeft het niet te geloven hoor. Maar hij doet in ieder geval zo goedkoop mogelijk de boodschappen. Die in de goedkope verpakkingen. Wat kan hem het schelen of er nu een tot in de puntjes uitgevoerde verpakking om zit of een gewoon huis, tuin en keuken verpakking. Allemaal in dezelfde tint. Hij zegt nog nooit het idee te hebben gehad dat die artikelen minder goed waren. ’s Avonds bel ik mijn kennis en vertel haar de reactie van hem. En wat denk je wat ze zegt: “Tegenwoordig blijft voor mij toch wel bijna elke maand een week te lang. Maar er zit wel wat in. Dat wordt van nu af dus bukken. Misschien nog niet eens zo gek.” En daar moeten ik het dan mee doen.
Met vriendelijke groet juffrouw Raadgever