Een getormenteerde jeugd bleef haar achtervolgen, ook al verbrandde ze al haar dagboeken. Daarom schreef Therèse Jobse (52) uit Den Haag deel twee van haar autobiografische trilogie. De roman ‘Op de vlucht’ gaat over relaties, pijn, avontuur, seks en boulimia, maar vooral over een zoektocht naar heling, geluk en zelfrespect. ,,Misschien herken je iets van jezelf.”
De geboren Zeeuwse groeide op in een streng christelijk gezin, maar woont nu al jaren in hartje Den Haag. Ze stond aan het roer van De Nederlandse StartersUnie, een tegenhanger van de Kamer van Koophandel en organiseerde 32 beurzen in heel Nederland. Maar het tij keerde en het bedrijf ging failliet, met een zevenjarige schuldsanering tot gevolg. ,,Ik zei tegen mezelf: je kunt alles verliezen, maar niet je gevoelens én je dromen. Ik wilde voor eens en voor altijd schoon schip maken met mijn verleden, waar ik tot die tijd nooit uitkwam. Dus heb ik me in een geleende tent afgezonderd op een verlaten Franse camping. Met een blocnote en laptop heb ik aantekeningen gemaakt en een jaar later begon ik in Spanje te schrijven aan mijn eerste boek
‘SCHAAMTE VOORBIJ’
Ze kwam er achter dat ze tot in detail nog veel wist over haar verleden, dat ook heel pijnlijk was. Niet gehinderd door gebrek aan ambitie presenteerde ze het manuscript van ‘Pijpend naar Serooskerke’ bij een grote uitgever. ,,Maar ik denk dat niemand er een pagina van gelezen heeft. Totdat mijn achterbuurman het las en een gepensioneerde redacteur bleek te zijn. In 2021 ging Nico Krijn me helpen om de tekst te verbeteren. Vervolgens is het een verdomd goed boek geworden, met als nieuwe titel ‘Alle schaamte voorbij’.”
Het verhaal schetst het leven van een vierjarig meisje dat haar arm breekt tot een achttienjarige tiener die op een bizar moment in een andere relatie stapt. Het is de cliffhanger aan het eind van het boek. Uit lovende recensies blijkt dat lezers voelen dat ze heel dichtbij de hoofdpersoon komen, omdat de schrijfster de ik-vorm hanteerde.
,,Je zit echt op mijn huid en dan beleef je mijn wereld. Zoals de eerste zoen en je voelt me genieten als ik aan het vrijen ben. Vrienden dachten dat het een zwartgallig, boos boek zou worden, maar dat is niet zo. Naast het feit dan mijn vader losse handjes had, gebeurden er ook veel leuke en gekke dingen. Het gaat niet over hem, maar over mij. Ik schreef het eerste boek zonder oordeel, al vond ik er natuurlijk wel wat van.”
‘Alle schaamte voorbij’ zorgde daadwerkelijk voor heling in het leven van de schrijfster. Ze accepteerde haar jeugd en kon het verleden achter zich laten. ,,Ik kan het nu met droge ogen voorlezen.”
BOULIMIA
‘Let op mijn woorden’ van de Belgische therapeut en schrijfster Griet Op de Beeck inspireerde haar om dit keer in de derde persoon te schrijven, een verandering ten opzichte van boek één. De roman ‘Op de vlucht’ is ook afzonderlijk te begrijpen.
,,Dit boek is een reactie op een jeugd zonder liefde, waarover je in het eerste boek leest. Ik heb de hoofdpersoon Tess genoemd, zodat ik haar meer kleur en inhoud kon geven, hoewel ik het nog steeds zelf ben. Maar op deze manier staat ze iets van je af en durf je met nog meer lef te schrijven. Tess denkt na, gaat op haar bek, krabbelt op en kampt met een langdurige eetstoornis: boulimia.”
Therèse vroeg zich af hoe ze die stoornis ontwikkelde en wat de oorzaak is geweest. Ze schrijft dit mede toe aan haar rigide opvoeding. ,,Dat kleine schaaltje chips en dat ene koekje uit de trommel, alles had een strakke grens. Later maakte ik ook afspraken met mezelf, maar als het dan mis ging, gooide ik alle remmen los. Je komt met boulimia in een soort trance, wat een kenmerk is van een verslaving."
LEVENSFONTEIN
Haar vader was een grote, charismatische, knappe man, maar tegelijk zwaar autistisch, wat het leven voor een kind niet eenvoudig maakt. Uiteraard had ze hem - samen met haar broer en tweelingzus - als een echte vader willen zien en niet als iemand die zijn hele leven liep te worstelen en zijn kinderen sloeg. Een familieopstelling die Therèse deed, maakte dit ook duidelijk en werkte bevrijdend. ,,De mooiste zin ooit die ik toen van de vaderfiguur hoorde was: ‘Je hoeft me niet te redden’. Het was alsof ik door God geraakt werd, of dat er een vallende ster op je kop valt. Het voelde alsof ik toen pas in mijn eigen levensfontein mocht stappen. Dat was een verademing. Ik heb mijn vader in de laatste jaren van zijn leven ‘gelaten’, ook toen hij ziek was en alles zelf wilde doen en beslissen. In de zomer van 2022 is hij overleden in een hospice, waar aan het voeteneinde van zijn bed een schilderij van mijn hand bleek te staan. Dit is waarschijnlijk het laatste wat hij zag toen hij voorgoed zijn ogen sloot. Ik schreef daarna op een kaart: ‘Papa, ik begraaf je stem met alle nare woorden die je sprak, je handen die mij pijn deden en je boze zwarte ogen. Wat ik wil erven is de liefde waarmee ik ter wereld kwam. Dit neem ik mee. Ik hoop dat je rust vindt. Ik hou van je’. Ik ben mijn vader en moeder dankbaar, want ik heb nu echt een fantastisch leven.”
RUGZAK
In de nieuwe roman stort Tess zich in uitdagende relaties en twee mannen helpen haar om stevig op haar benen te gaan staan, maar de vraag is of ze het geluk vindt waar ze zo naar verlangt. De lezer mag zelf ontdekken of de relatie met haar vader invloed heeft gehad op de omgang met haar liefdespartners. En waar Tess eigenlijk voor op de vlucht is. ,,Dat maakt het boeiend, omdat je als lezer mee op pad gaat, met haar rugzak waarin de schade van vroeger zit. Of misschien is het wel nog steeds de pijn van nu. Het drukt immers een enorm stempel op je leven. Maar iedereen heeft in zijn leven iets te verstouwen.”
Waar in ‘Alle schaamte voorbij’ nog exclusieve hoofdstukjes dienen voor de sombere zieleroerselen van Therèse, vervlecht de schrijfster haar emoties in het tweede verhaal. ,,Tess staart voor zich uit en vraagt zich van alles af. Het gaat om een jongvolwassen vrouw in de leeftijd van achttien tot achtentwintig. In een rijpingsproces ga je op zoek naar liefde, een vertrouwensband en je seksuele geaardheid. Ook op dat gebied heb ik een verdiepingsslag gemaakt, zonder dat het porno werd. Want seks is fantastisch als je een fijne relatie hebt.”
METAFOREN
Net als in deel één is de schrijfster ontwapenend eerlijk en voel je bij het lezen van erotische scenes de liefde tussen twee personen. ,,Het is me gelukt om nu meer in metaforen te schrijven. Hier had ik eerst het boekje ‘De taal der liefde’ (van Ton den Boon) voor gepakt, maar ik ontdekte dat dit gebaseerd is op woorden die mannelijke auteurs als Wolkers of Giphart gebruikten. Daar had ik geen moer aan. Als ik bijvoorbeeld voor het eerst onder de indruk ben van borsten, heb ik het niet over haar ‘voorgevel’. Dus ging ik zelf in mijn hoofd graven, want hoe is het als je iemand aanraakt en je dat fijn vindt? Dan heb ik het over het strelen van haar zachte rondingen. In die leeftijd vliegen de vonken er vanaf en geniet je enorm van seksualiteit. Ik vind het fantastisch om van lezers te horen als ze genieten van deze passages. Ze worden zeker niet verdrietig van mijn boek.”
Het lukte Therèse om de erotiek aantrekkelijk te omschrijven. Zij en haar redacteur, filosoof en vriend Nico Krijn lazen alles aan elkaar voor. ,,Want dan kom je erachter of het klopt wat je schrijft. Af en toe leverde dit hilarische momenten op. Wij hebben ervan genoten, omdat je de lezer soms - bijna in dichtvorm - heel mooi mee kunt nemen in een sensuele vrijscene.”
Tegelijk wijst de schrijfster erop wat het effect op een jonge vrouw is als ze er verre van lelijk uitziet. ,,We flaneerden op zondag als trots gezin over de Vlissingse boulevard. Mijn zus en ik werden door onze ouders altijd beschreven als mooie slanke meiden met een grote bos haar. Wanneer je daar altijd maar over gecomplimenteerd wordt, wil dit niet zeggen dat je daar zo blij mee moet zijn. Dat heeft gevolgen voor je zelfbeeld.”
GLIMLACH EN KUNST
Gebeurtenissen werden omgebouwd tot dialogen, zodat het verhaal aantrekkelijker werd om te lezen. De schrijfstijl in het nieuwe boek neemt de lezer nog meer mee naar de plaatsen waar de auteur ooit was. Ze gebruikt korte zinnen en durft alles te benoemen. ,,Ik wil eerlijk zijn, zoals ik sowieso in het leven sta.”
Jobse zegt dat ze acht jaar geleden - ook na therapie - haar zelfrespect terugvond en nu stevig in haar schoenen staat. ,,Ik heb het leven lief in alle opzichten. Je gaat accepteren dat je gewoon een leven leidt en weet te dealen met een stuk pijn. Het beschadigde kind in mij trok een harnas aan, sprong op een paard en ging altijd een soort veldslag tegemoet. Nu heb ik het meisje teruggevonden dat op 2 augustus 1972 met een glimlach ter wereld kwam. Tegenwoordig mag ik leren om dat paard rustig in de wei te laten grazen en kan ik mijn beschadigde kind op schoot nemen. Ik sta nu fluitend op en dat bracht het schrijven van deze twee boeken met zich mee. Het is een helingsproces, waardoor je als volwassen vrouw iets moois gaat uitstralen.”
Het effect van haar doorzettingsvermogen, optimisme en onuitputtelijke energie resulteert - naast haar auteurschap - bovendien in kleurrijke en explosieve kunstwerken. De afgelopen winter hield ze in een Haagse galerie nog een overzichtsexpositie van haar schilderijen. Haar creativiteit benut Therèse ook voor het ontwerpen van een unieke kledinglijn.
Het perspectief om haar trilogie af te ronden lonkt. Maar deel drie is weer een ander verhaal.
· ‘Op de vlucht’ wordt uitgegeven door De Boekdrukker en is te koop via www.theresejobse.com . Kostprijs: 29,90 euro.Cov