112

Het inbraakmysterie van de kruipruimte

Foto: Politie Veenendaal
VEENENDAAL – Een agent die in een nieuwe Veenendaalse wijk actief werd, werd geconfronteerd met een aantal woninginbraken, allemaal in hetzelfde gebied. Er werden geen sporen aangetroffen. Ook een buurtonderzoek leverde niets op. De week daarna waren er opnieuw twee woninginbraken in dat gebied. Ook nu geen inbraaksporen een geen nieuws uit het buurtonderzoek. “Oké, nu is het klaar”, dacht de agent. “Na een gesprek met mijn chef besloten we extra collega’s op de zaak te zetten…”

De diender vertelt. “Die zaterdag zijn wij er klaar voor. Nadat we op verschillende plekken opvallend en onopvallend hebben gesurveilleerd, wordt het uiteindelijk zondagavond. Nog steeds niets opvallends Maar prompt ontvangen we die maandag weer twee aangiftes over woninginbraak en weer in hetzelfde gebied. Hoe kan dat nou? Gefrustreerd zit ik achter mijn bureau. Ik probeer te bedenken wat wij afgelopen weekend gemist hebben. Dan gaat de deur open. Mijn voorganger, een gepensioneerde wijkagent, stapt binnen om een praatje te maken. Wij hebben het over van alles en nog wat. Al snel kom ik op de woninginbraken. Ik vertel hem hoe vast wij zitten in deze zaak. Nadat deze oude, wijze man mijn verhaal heeft aangehoord verschijnt er een glimlach op zijn gezicht. Hij staat langzaam op, legt zijn hand op mijn schouder en zegt: ‘Kruipruimten Johnny.’ Hij geeft me een knipoog en vertrekt.”

“Ik pak de plattegronden van de woningen erbij en inderdaad; deze woningen zijn met elkaar verbonden door kruipruimten. Zou het dan toch? Na een kort onderzoek in het politiesysteem blijkt dat er in deze buurt een man woont die, jaren geleden, woninginbraken pleegde. Dat wij deze man niet eerder in het vizier hebben gehad begrijp ik wel, omdat deze inbraken erg lang geleden zijn. Ik besluit om langs zijn huis te lopen om te zien of ik wat verdachts vind, maar het lukt me niet om naar binnen kijken. Alle gordijnen zitten potdicht. Ik zie wel een klein bovenraampje openstaan. Met mijn korte wapenstok lukt het me om via dat raampje het gordijn een beetje open te schuiven. Het valt me meteen op dat de slaapkamer vol met spullen staat. Dan besluit ik om samen met een collega bij deze man langs te gaan.”
“Zodra de man de voordeur voor ons heeft geopend, is het eerste dat hij zegt: ‘Oké, wat sneller dan ik dacht, maar ik vermoedde al dat jullie zouden langskomen. Kom verder.’ Wij gaan zijn huis binnen en zien overal spullen liggen die wij direct herkennen als de gestolen goederen uit de aangiften. Ook ligt er behoorlijk wat zand in zijn tuin. De man bekent vrijwel meteen dat hij de woningbraken heeft gepleegd door de kruipruimten tussen de woningen uit te graven. Vanuit zijn kruipruimte heeft hij inmiddels een indrukwekkend gangenstelsel gemaakt onder de andere woningen door. Hij hield netjes in de gaten wanneer een van zijn buren niet thuis was. Vervolgens ging hij dan via zijn kruipruimte, door het gangenstelsel naar de woning van zijn buren en kwam via hun kruipluik het huis in. Aangezien de wijk op dat moment opnieuw werd bestraat, viel het extra zand her en der in de woningen niet op.”
“Toen ik later eens ging kijken naar de carrière van deze man, zag ik in de politiesystemen dat hij zijn “kruipruimtemethode” in een ver verleden ook al eens had toegepast. Hij is in die tijd aangehouden door…mijn voorganger, de gepensioneerde wijkagent.”
Aanmelden nieuwsbrief
Cookieinstellingen