VEENENDAAL – De Wet Inburgering treedt 1 januari 2022 in werking. Deze wet gaat over een nieuwe manier van inburgeren. Dit is meer dan het leren van de taal; zorgen dat nieuwkomers zich ook sociaal en financieel kunnen redden is belangrijk in het nieuwe stelsel. Het doel van de nieuwe wet is dan ook dat inburgeringsplichtigen zo snel mogelijk meedoen in onze maatschappij. De gemeenten voeren vanaf 1 januari de regie over het inburgeringsproces. De inburgeraars blijven zelf verantwoordelijk voor het voldoen aan de inburgeringsplicht, maar worden hierin begeleid door de gemeente en maatschappelijke partners.
Wethouder Dylan Lochtenberg: “Het is een goede zaak dat het nieuwe inburgeringsstelsel wordt ingevoerd. Het maakt het mogelijk dat alle inburgeraars snel en volwaardig meedoen. Het liefst via betaald werk. We willen niet dat mensen aan de kant staan, maar juist meedoen in onze samenleving met alle vrijheden en verantwoordelijkheden die daarbij horen. Door direct en kwalitatief beter onze taal te leren, structurele begeleiding vanaf de start van het inburgeringstraject én mee te draaien verloopt het inburgeren naar verwachting ook sneller.”
Wat verandert er door de nieuwe wet?
- Iedere inburgeraar krijgt een inburgeringstraject op maat: we stellen hiervoor samen met de inburgeraar een persoonlijk plan op. Een combinatie van leren van de taal en meedoen aan de Nederlandse samenleving is een belangrijk onderdeel van dit persoonlijke plan
- Iedere inburgeraar wordt begeleid bij het inburgeringstraject zodat het spreken van de taal en het meedoen aan de samenleving ook echt wordt bereikt. Gemeenten hebben de regie.
- Inburgeringsplichtigen leren de Nederlandse taal op een haalbaar niveau waarmee ze zich goed kunnen redden in Nederland.
- Asielmigranten krijgen van gemeenten een aanbod voor een taaltraject dat passend is voor het leertempo en leerniveau van de inburgeraar.
Voorbereidingen treffen
Om te zorgen dat we goed voorbereid zijn op onze nieuwe taak,zodat inburgeraars goed kunnen starten, moet er veel worden geregeld. Zo beginnen we met het inkoopproces voor het taaltraject; de drie leerroutes. Dat doende gemeenten Veenendaal, Rhenen en Renswoude gezamenlijk.
De leerroutes houden het volgende in:
- De B1 route; een route voor taal en (vrijwilligers)werk. Inburgeringsplichtigen spreken en schrijven binnen maximaal 3 jaar de Nederlandse taal op niveau B1. Tegelijk kunnen zij participeren door middel van (vrijwilligers)werk.
- De B1 entree route; een route vooral voor jongeren. Zij spreken en schrijven binnen maximaal 3 jaar de Nederlandse taal op niveau B1 en daarna stromen zij door naar onderwijs.
- De onderwijsroute; een route vooral voor jongeren. Zij halen zo snel mogelijk een taakschakeldiploma en stromen daarna door naar hoger onderwijs.
- De zelfredzaamheidsroute; een route voor inburgeringsplichtigen die op een andere manier leren. Inburgeringsplichtigen spreken en schrijven binnen maximaal 3 jaar de Nederlandse taal op een voor hun zo hoog mogelijk niveau en combineren deze taallessen met (vrijwilligers)werk.
